Iedere interim opdracht is in te delen in drie fasen, namelijk:
1. Analyse & planvorming
2. Uitvoering & verandering
3. Borging & overdracht

Bij de gemeente Leidschendam-Voorburg is fase 3 aangebroken. Per 1 mei hebben we een nieuwe clustering van de teams doorgevoerd en dat is voor mij het moment om het stokje door te geven aan een nieuwe teamleider, die de ingezette koers verder vorm kan gaan geven. Ik ben van structuur, processen (op hoofdlijnen) en pak graag dingen aan die niet lekker lopen (creëren van rust, reinheid en regelmaat zoals ik het aan het team heb uitgelegd). Nu is het tijd om de dienstverlening naar een hoger plan te tillen en daar horen andere vaardigheden/competenties bij. De werving van de nieuwe teamleider is in gang gezet en uiteraard zorg ik voor een goede overdracht.

Iedere fase kent zijn eigen dynamiek. Zo zijn de meeste medewerkers in de eerste fase nog afwachtend, soms zelfs wat cynisch (‘ja ja, eerst zien dan geloven of de interimmer daadwerkelijk verandering tot stand kan brengen’), in fase 3 worden er hele andere vragen gesteld. Ik herken er zelfs het Stockholm syndroom in, het psychologisch verschijnsel dat de gegijzelde sympathie krijgt voor de gijzelnemer. Nu ben ik natuurlijk geen gijzelnemer, maar voor veel mensen wel een potentiële bedreiging (in de basis houdt niemand van verandering). De toets of ik mijn werk goed heb gedaan zit in fase 3. Hoe meer ik de vraag krijg ‘waarom blijf je niet’, of meer directer ‘zeg, waarom solliciteer je zelf niet op de vacature’, dan weet ik dat ik mijn werk goed heb gedaan en het uitzwaaimoment dichtbij is.

Laatst vroeg een collega bij de gemeente ‘waarom ga je eigenlijk weg, het loopt eindelijk net zo lekker’. Toen realiseerde ik me dat interim management een vak is, een bewuste keuze. Ik wil door, van toegevoegde waarde zijn, nieuwe orde in chaos scheppen (lees: verander-managen). De collega verklaarde me voor gek. ‘hoezo wil je wat nieuws, het begint net een beetje rustig te worden, geniet ervan’. En dat is het dus. Ik kan daar niet van genieten. Ik wil verder. Weer starten met fase 1 om uiteindelijk te merken dat het Stockholm syndroom weer is opgetreden (vice versa treedt het overigens ook op). Ik stap in, analyseer, maak plannen, ga aan de (verander)slag, draag over en zwaai uit. Dat is mijn PDCA-cyclus. En dat maakt mij blij. En ik ben ervan overtuigd.. (al weten de collega’s dat in fase 3 nog niet, maar wel als ik langer zou blijven..) de collega’s ook. 😊